Onderstaande kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven zodoende inzicht in de financiële weerbaarheid en wendbaarheid. In de bijlage Toelichting paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de definities van de kengetallen opgenomen.
Tabel 3.1.7 - Kengetallen Programmarekening 2024 | |||||
Omschrijving | Verloop van de kengetallen | ||||
|---|---|---|---|---|---|
PR 2023 | PB 2024 | PR 2024 | |||
Netto schuldquote | 49% | 66% | 43% | ||
Gecorrigeerde netto schuldquote | 39% | 54% | 32% | ||
Solvabiliteitsratio | 34% | 26% | 37% | ||
Structurele exploitatieruimte | 4% | 3% | 3% | ||
Grondexploitatie | 22% | 16% | 15% | ||
Belastingcapaciteit * | 84% | 91% | 85% | ||
De netto schuldquote is gedaald ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027 en Programmarekening 2023. Hij valt in de categorie “minst risicovol”. De daling ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027 en programmarekening 2023 volgt met name uit een stijging van de gerealiseerde baten (de noemer in de quote).
De solvabiliteitsratio in de Programmarekening 2024 bedraagt 37% en is daarmee ruim hoger dan de norm van 20% (zie bijlage toelichting paragraaf weerstandsvermogen). De toename van de ratio ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027 wordt met name verklaard door de toename van het eigen vermogen (de teller in de ratio).
De structurele exploitatieruimte over 2024 is gelijk aan de stand bij de Programmabegroting 2024-2027. Het is een positieve waarde, dat geeft aan dat er meer structurele baten dan lasten zijn.
Het kengetal grondexploitatie is ten opzichte van de Programmabegroting 2024-2027 nagenoeg gelijk gebleven. De afname ten opzichte van Programmarekening 2023 wordt veroorzaakt door een afname van de boekwaarde van de grondexploitaties. In hoofdstuk 3.8 paragraaf grondbeleid is een nadere toelichting opgenomen op de ontwikkeling van de boekwaarde.
Het kengetal voor belastingcapaciteit is licht gestegen ten opzichte van de Programmarekening 2023. De belastingdruk in Ede blijft daarmee nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde.
De daling ten opzichte van de programmabegroting 2024-2027 is te verklaren doordat bij de programmabegroting nog geen landelijke cijfers over 2024 bekend waren. Richtlijnen schrijven voor, dat de belastingcapaciteit wordt berekend door een vergelijk te maken met het laatst bekende (landelijke) cijfer van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO); dit was bij de programmabegroting het COELO-cijfer van 2023. In dit cijfer is geen rekening gehouden met landelijke inflatiecorrectie (en overige verhogingen) terwijl in onze lokale heffingen 2024 wel rekening is gehouden met inflatiecorrectie. In de praktijk zal de belastingcapaciteit bij de programmarekening dus (vrijwel) altijd lager uitvallen dan het cijfer dat is opgenomen in de programmabegroting voor het betreffende jaar.