Jaarrekening

Balans en toelichting

Gewaarborgde geldleningen woningbouw e.a.

Tabel 4.3.7.1 - Borgstellingen en overige garanties

Bedragen x € 1.000

Naam van de organisatie

Oorspronkelijk bedrag

Borg

Stand per
1-1-2024

Stand per
31-12-2024

Betaald door de gemeente in 2024

Waarborgfonds Sociale Woningbouw

2.022.601

 variërend %

543.157

608.153

0

Coöperatie Meikade Zon UA (t.b.v. deelname minima)

360

100%

312

288

0

Calvijnschool

411

100%

370

349

0

Stichting CSG Het Streek

3.000

100%

0

3.000

0

Stichting Expect More

2.600

100%

2.600

2.600

0

DVO

1.000

100%

0

1.000

0

Totaal

2.029.972

546.439

615.390

0

Waarborgfonds Sociale Woningbouw
De gemeente heeft per 31 december 2024 € 30,9 miljoen (2023: € 33,7 miljoen) uitgeleend aan de woningcorporatie Woonstede, waarvan € 3,5 miljoen (2023: € 4,5 miljoen) geborgd is via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Dit betekent dat de gemeente zelf rechtstreeks garant staat voor € 27,4 miljoen (2023: € 29,2 miljoen).
Het WSW is in 1983 opgericht met als doelstelling woningbouwcorporaties in Nederland van goedkope financiering te voorzien. In totaal is per 31 december 2024 circa € 97,2 miljard (2023: € 90,7 miljard) aan leningen geborgd via het WSW. De zekerheidsstructuur van het WSW bestaat uit drie lagen: de geldmiddelen van de corporatie, de borgingsreserve van het WSW en de achtervangpositie van Rijk en gemeenten. Indien de geldmiddelen van de corporatie en de borgingsreserve van het WSW niet toereikend zijn, komt de achtervangpositie van het Rijk en de gemeente in beeld. Hierbij staan de gezamenlijke gemeenten voor 25% van het liquiditeitstekort garant. De overige 25% komt ten laste van de schade-gemeente(n). Het Rijk draagt de resterende 50% bij. De garantstelling houdt in dat het Rijk en de gemeenten op verzoek van het WSW renteloze leningen verstrekken.
In 2021 informeerden WSW en VNG de gemeenten over de nieuwe generieke achtervangovereenkomst en de wijzigingen die worden aangebracht in bestaande achtervangovereenkomsten. Het oplossen van de ontstane discrepantie tussen de huidige achtervangovereenkomsten en de huidige wetgeving en praktijk, en het meer afstemmen van de overeenkomsten op wensen van gemeenten en WSW, zijn de belangrijkste redenen voor een algehele modernisering van de achtervangovereenkomst. Oftewel vóór 1 augustus 2021 stonden gemeenten rechtstreeks in de achtervang voor individuele leningen. Voor leningen na 1 augustus 2021 worden leningen achteraf aan gemeenten toegerekend naar rato van het DAEB-bezit (goedkope huurwoningen) van de betreffende corporatie dat zich in de gemeente bevindt (gemeente Ede: 10,4% (2024) ten opzichte van 12,2% (2023). Uiteindelijk zal door herfinanciering van de ‘oude’ leningen de bestaande scheefheid tussen gemeenten verdwijnen.
In totaal had het WSW op 31 december 2024 voor € 608,1 miljoen (31 december 2023 € 543,2 miljoen) aan leningen geborgd van in Ede gevestigde woningbouwcorporaties. De garantstelling van de gemeente was maximaal € 152,0 miljoen, namelijk 25% van € 608,1 miljoen (2023: maximaal € 135,8 miljoen). Het oorspronkelijke bedrag van deze leningen bedroeg € 2.022 miljoen (2023: € 1.366 miljoen). In 2024 heeft de gemeente geen betalingen voor borgstellingen WSW gedaan.

Overige garanties en/of borgstellingen
Naast de vijf genoemde borgstellingen (Coöperatie Meikade Zon UA, Calvijnschool, CSG Het Streek, Stichting Expect More en Stichting D.V.O. Hal) kent de gemeente einde 2024 geen andere actieve borgstellingen. Bij de garanties aan Stichting Expect More en Stichting D.V.O. Hal (in 2024 verstrekt in verband met de bouw van een korfbalhal) geldt dat SWS (Stichting Waarborgfonds Sport) een nevengeschikte garantiepositie inneemt voor € 250.000.
Verder kon tot 2011 de gemeente garant staan voor woninghypotheken, de zogeheten gemeentegarantie. Banken en/of verzekeringsmaatschappijen gaven de gemeente jaarlijks inzicht in de hoogte van de garantstellingen. Met de inwerkingtreding van de wet AVG is het verstrekken van de overzichten sterk teruggelopen, waardoor er geen betrouwbaar en volledig beeld gegeven kan worden voor het onderdeel gemeentegaranties. Vanaf 2011 is er echter geen beroep gedaan op een gemeentegarantie.

Langlopende contractverplichtingen
Op jaarbasis bedragen de inkoopverplichtingen ruim € 322 miljoen. De grootste inkooppakketten zijn WMO en jeugdzorg, nieuwbouw en renovatie en aanleg en onderhoud wegennetwerk. Bij (meerjarige) inkoopcontracten kunnen, afhankelijk van het geraamde inkoopbedrag, de Europese aanbestedingsregels van toepassing zijn. Aan langlopende, voor de bedrijfsvoering van de gemeente essentieel zijnde, contractverplichtingen heeft de gemeente op balansdatum 31 december 2024 uitstaan, waarbij de bedragen het totaal van de contractperioden exclusief eventuele prijsindexering aangeven (tenzij anders vermeld):

  • Tot januari 2028 levering gas en elektriciteit

€ 4,7 miljoen

  • Tot januari 2029 huur gebouw De Doelen I

€ 3,4 miljoen

  • Voor onbepaalde tijd schoonmaakwerkzaamheden (waarde per jaar)

€ 0,7 miljoen

  • Tot augustus 2027 drankenautomaten en –voorziening

€ 0,2 miljoen

  • Tot april 2026 huur en servicekosten gebouw Manenberg

€ 0,1 miljoen

  • Tot juli 2026 implementatie/huur/beheer/onderhoud multifunctionele printers

< € 0,1 miljoen

  • Tot januari 2026 onderhoud beveiligingsinstallaties diverse panden

< € 0,1 miljoen

  • Tot april 2025 levering telecommunicatiediensten

< € 0,1 miljoen

Deze pagina is gebouwd op 05/07/2025 08:41:20 met de export van 05/06/2025 13:12:07